Zeven dagen Gobi met eenmaal douchen. Hierna is slapen in een ger geen gimmick meer.
Op weg naar de Gobi is de eerste obstakel het verlaten van chaotisch UB. De geasfalteerde wegen erna hebben putten en de rest van Mongolië heeft geen asfalt. Ook geen borden trouwens.
Dan komt de leegte, qua weg en qua landschap. Nog geen woestijn, maar wel enorme vlaktes en ergens in de verte bergen. En kuddes.
Met 5 anderen personen zitten we in het busje; de chauffeur, de gids/kok, een Frans meisje die al een maand in Mongolië is (of langer, het type ervaren reiziger), een leraar Frans uit Parijs die we vanaf nu De Prins noemen en een enthousiaste Spanjaard die het oplossen van de Rubik Cube als missie heeft.
Na een dag rijden bereiken we dorp Manolev. Het begin van de Gobi. Ofzo. De ger voelt aan als een banja, de Spanjaard trekt bijna al zijn kleren uit, de Prins doet bodylotion op zijn benen. Finbar beweert dat het Boeddhisme in zijn top-5 van religies staat. Vriend Chinggis is ook van de partij. In de hoedanigheid van een fles wodka.
We slapen de hele week in een eigen ger met 5 bedden. Die bedden zijn gemaakt van een tafel met daarop een paar veren en doeken. Je ligt dus verdomd stevig. De kachel wordt gevuld met hout en poep (van paarden, schapen of kamelen; prima brandstof). Het kan loeiheet zijn in de ger, maar ook vreselijk koud. De wc is buiten te vinden (soms wel ruim 500 meter lopen); een houten hok met hurkgat. Al dan niet met deur. Of er is helemaal geen toilet.
De ger van de familie zien we pas als we cadeaus geven. Wij geven pennen en schriften (want dat stond in de Lobely Planet), de Spanjaard geeft kauwgomballen (partyballs) en de Française geeft nuttige cadeaus (want ja, ervaren) zoals wc-papier, een tandenborstel en chocoladekoeken. Bij het betreden van de familieger valt meteen de dikke flatscreen tv op. In ruil voor de cadeaus mag je uit de mand met snacks iets pakken. De eerste keer denk ik een koek te pakken te hebben, maar na een hap blijkt het een soort kaas te zijn. Zuur, korrelig, hard en er zitten haren erin.
De dagen erop rijden we verder de Gobi in. Kuddes schapen en paarden krijgen gezelschap van kamelen. Binnen in de bus draait Mongoolse muziek, buiten dansen de vogels mee.
Soms lijkt het net of het landschap van teer is.
Ze hebben een dode kameel neergelegd in de woestijn. Gieren hebben lol. Wij maken foto’s.
Elke dag stoppen we ergens voor de lunch. Dat is meestal een variatie met groenten, rijst, pasta en aardappel. Of andersom.
De Spanjaard en De Prins zijn water en vuur. En dat resulteert in prachtige gesprekken in het Engels met hun eigen accent. Over de crisis, kinderen of het opmaken van je bed (volgens de Spanjaard is hetgeen de de Prins doet te vergelijken met een Japans theeritueel). Vaak is de Prins het vuur en de Spanjaard de olie. Door zo nu en dan subtiel te stoken krijgen we ruim een uur lang entertainment.
De Gobi is geen woestijn zoals de Sahara. Meer dan een bak zand. Het bestaat uit veel steentjes, droge pollen gras, rotsen, pika’s en af een toe een verrassing zoals de zandduinen bij Khongoryn Els, de ijs Canyon bij Yolyn Am en de White Mountain (geen idee wat de originele naam is, dat vertelt onze gids er niet bij).
Soms is er ook helemaal niks, maar ach het is een woestijn. Het gaat juist om het niets, de stilte en eeuwige ijskoude wind.
Na vier dagen mogen we douchen. In een badhuis voor 2000 Tugrug. Mensen die in een ger wonen douchen daar ook.
Families zijn aan het verhuizen. Van hun zomerplek naar hun winterplek. Het kiezen van de plek lijkt nogal lukraak, het is sowieso midden in de woestijn. Het had net zo goed 100 meter verderop gekund.
Wij logeren op de winterplek, maar we eten bij de familie in hun laatste ger op de zomerplek. Hun kamelen staan daar ook nog. Er zijn jonge kamelen bij, 6 maanden oud. Ze slachten 1 kameel per jaar. Bij de familie drinken we thee met kamelenmelk. En ik eet ook eindelijk kamelenvlees. De oma van de familie zit vanwege de hitte bij de ingang van de ger. Finbar denkt dat het de opa is.
De bus waarmee we rijden wordt met de dag aftandser; eerst gaat de remschijf eraan, vervolgens werkt de achterdeur niet meer (de sluiting moet middenin de woestijn bijgeveild worden) en verliezen we een wieldop. Maar het rijdt.
De Rubik is opgelost, het boek van de Prins is bijna uit en we staan in de file. We zijn weer in UB.
28 oktober 2012 op 18:47
Jullie verhaal klinkt als een mantra….
Mooi geschreven, bedwelmend bijna.
Klinkt spannend en rustgevend tegelijk.
28 oktober 2012 op 19:08
stonden de Prins en de Spanjaard ook in de lonely planet? prachtig gescheven Loes! En ik wist niet dat ze daar ook een blije doos hadden maar daar blijkbaar voor bejaarden. kus
28 oktober 2012 op 20:42
Mooie beschrijving van een wereld waarin de seizoenen alles bepalend lijken te zijn. Wat ‘lukraak’ in onze ogen lijkt te zijn, kan daar weloverwogen zijn. Typerende tegenstellingen: de flatscreen tv in de familieger en het toilet soms 500 meter ver.
Geniet van die prachtige wereld die je soms in verwondering achterlaat.
29 oktober 2012 op 21:09
Ik zie de foto’s en verhalen veelal voorbij schieten op mijn iPhone maar vond net even een moment om er wat beter naar te kijken. Want dat verdient het.
Betere inspiratie dan het onbekende aanraken bestaat niet. Love it.
Jürgen
5 november 2012 op 10:03
Fantastisch die Gobiwoestijn. Zijn die bedden om te zonnen????Wat een schitterend verhaal schrijf je Marloes en die foto”s ook. Wij genieten zo mee met jullie. Vanuit grijs, nat en koud Nederland. XX voor allebei. mamaMarjan
5 november 2012 op 17:41
Geweldig zo’n tochtje met luxe verblijf en zo lyrisch beschreven. Als de baan toch tegenvalt zit er nog altijd een goed reisboek in. Ik bestel er vast één. Ik kan me indenken dat jullie je verwonderen over de enorme tegenstelling tussen oude en daarnaast moderne toepassingen op dit soort gewoontes. Zo te zien/lezen valt de kou de mee neem ik aan.
Nog even info Nepal/Singapore:
1. Nepal. Info via een relatie uit 1999: “Amel and I spent 4 days in Hotel Nirvana Garden, a smallish family hotel in the middle of Thamel, which is the aerea where folks our age suffer from retro-emotions. Very 1960’s Woodstock style. We had a good double for US$ 25, but that may be a bit too low for the high season. Zillion rest in the street, so no for the hotel to feed you. Fax 977-1-260668, email nirvan@wlink.com.np Big 5 stars which all cost in excess of US$ 135. I do not recommend 4 stars unless checked.”
2. Singapore in “little India”- “Madras new woodlands rest” -Upper Dickson road 12-14. http://www.hungrygowhere.com/singapore/madras_new_woodlands_restaurant
=(veg). Zag foto op http://www.tripadvisor.com.sg van de bakjes en is nog steeds hetzelfde. Average cost meal pp S$ 11 = € 7. Neem de thali met de hoge hoed (brood). Jullie zullen er van genieten -bakjes bijvullen was altijd gratis. Lepel moet je vragen anders met de handjes.
We zijn benieuwd naar de volgendse bestemming.
7 november 2012 op 12:59
Door alle links in je bericht was je reactie tussen de spam terecht gekomen, maar gelukkig hebben we hem terug gevonden. Thanks voor de tips voor Nepal en Singapore; klinkt goed allemaal!
We zitten nu in China, om precies te zijn in Gubeikou bij de muur. Erg mooi. Zondag vertrekken we vanuit Beijing naar Tibet.
Maar even wat anders; geen surprises dit jaar? Toch wel lekkere lange en vileine gedichten?
De 7D bevalt goed trouwens.
Groeten!
11 november 2012 op 22:52
Wat dik jongens, prachtig verhaal, fantastische foto’s, van hele mooie mensen. Brings back memories… heerlijk.
Geniet ervan, ik ga snel verder lezen over UB en ben heel benieuwd naar de China en Tibet posts!
W
11 november 2012 op 22:56
Ps inderdaad benieuwd wat die bedden daar doen.. Prachtige plaat! W.
13 november 2012 op 14:26
Die bedden stonden daar vanwege verhuizing. Rest van huisraad ernaast. Toch niemand die het voor grofvuil aanziet.
1 juni 2015 op 05:57
Ik raad dit artikel aan, het heeft me erg geholpen. I. Klerx