Tussen al het natuurgeweld door hangen we ook nog wat rond in de hoofdstad Bishkek. Vooral om een visum voor India te regelen en goede koffie te drinken. Verder is er vrij weinig te zien.

Ondanks allerlei berichten kan het Indiase visum voor Nederlanders nog niet online geregeld worden. Dus we doen het in Bishkek. Waar blijkbaar een dag tussen het indienen van het digitale formulier en het bezoek aan de ambassade moet zitten. Want als we een dag te vroeg bij de glimmende ambassade staan vraagt de meneer aldaar (alias de snor) “You can not read?”, “You forgot the fax form?” en “You also can not read?”
Jajaja, we komen morgen terug.

Dan horen we dat ze in Bishkek eigenlijk een visum uitgeven die binnen een maand geldig is. Dus zouden we begin augustus de aanvraag moeten doen. Maar ze maken een uitzondering voor ons; 2 maanden krijgen we “This is the first time I give a two month visa”. Binnen 3 à 5 dagen klaar. Mooi, dan kunnen wij naar de meren.

(tekst gaat verder onder de foto)
Architectuur in Bishkek

Na Song-Köl en Issyk-Köl zijn we weer terug in Bishkek. Bij de ambassade komt de snor naar buiten en zegt dat we na 11:30 terug moeten komen, want de collega van consulaire zaken is er nu niet. Bij terugkomst blijkt er een Indiaas server probleem te zijn, dus helaas geen visum vandaag. Kom maandag maar terug. Ik zie de snor buiten roken en probeer hem nog te porren. Maar nee, de server is echt down dus nee, echt geen visum.

Een weekend Bishkek zien we niet zitten, dus we vluchten de stad uit de bergen in. Op amper een uur rijden liggen de Ala Too bergen en de Ala-Archa vallei. En daar ergens zitten wij in een hutje. In een nogal luxe toko waar die dag de eerste verjaardag van een enorm dikke baby wordt gevierd.

Maandagochtend bij de ambassade blijkt er nog steeds geen visum te zijn. Vanmiddag om 4 uur roepen de snor en zijn collega. Laat wel even je paspoort en je bonnetje achter. Niet eerder? Misschien. Dan belt de snor ons. Maar nee, het blijft 4 uur.
Als ik binnen kom staat de snor op met uitgestrekte hand en zegt:

“Welcome to the Indian embassy, may I have your receipt?”

Ik zeg dat hij een grapjas is en vervolgens overhandigt hij mij dan eindelijk onze paspoorten met visum. Ja, alles klopt.
Dan wil de snor weten waar we heen gaan in India. Ladakh. Dan pent-ie een heel papier vol met wat plaatsen en z’n telefoonnummer in India. We zijn van harte welkom in z’n hometown.

We mogen Bishkek uit. De taxi chauffeur dropt ons precies voor de Marschrutka richting Almaty af. En iets minder dan een uur daarna staan we bij de grens met Kazakhstan.