Vanaf Kodari, waar we Nepal zijn binnengekomen, rijden we naar Kathmandu. De zon schijnt en alles is groen. Mensen kijken blij. Wij blij.

Onderweg zijn er controles door leger of politie. Die van het leger stellen niets voor; onze chauffeur maakt wat grappen en rijdt door. De politie controleert wat strenger. Maar daar is ook een oplossing voor, 100 Nepali Roepie in je rijbewijs en je mag door.

Kathmandu binnen rijden doe je niet zomaar, het verkeer is nogal aan de chaotische kant. De stad zelf trouwens ook. Maar dat is ook weer de charme.

De Lonely Planet schotelt wat wandelroutes voor en wij lopen die. Op Durbar Square worden we door een aantal mannetjes vastgeklampt. Ze willen dolgraag onze gids zijn. Één had zelfs reviews van wat Nederlanders in zijn morsige notitieblokje. Wel uit 2004.

Het oude koninklijk paleis is een museum. De tentoongestelde waar is bijzonder slecht uitgelicht. De hoek met hobby’s is erg vermakelijk, we zien de favoriete vogelkooi van de koning met daarin een opgezette parkiet en het favoriete aquarium met daarin wat plastic vissen.

Ten zuiden van Durbar Square ontsnappen we aan de hordes toeristen. We worden ook weer aangestaard.

Overal Buddhistische en Hindu tempels, winkeltjes, mannetjes die ons wiet willen verkopen, vrouwtjes die ons sieraden willen aansmeren, kinderen in schooluniform en toeristen.

Die toeristen zijn makkelijk onder te verdelen in een aantal groepen. Niet allemaal even opzienbarend (natuurlijk lopen hier mensen rond in trekking outfits), maar een aantal vertonen eigenaardig gedrag. Zo zijn er de mensen die zich ineens als hippie gaan verkleden. De meesten doen dat met een drollenvanger en wat bijpassende accessoires. Van die types die het Namaste zeggen heel serieus nemen. Maar sommigen zijn wel erg fanatiek in het verkleden. En dat zijn net de mensen die het echt niet kunnen hebben. Of er zijn westerse toeristen die ineens met zo’n mondlapje rondlopen. De verklede hippie met mondlap zijn we nog niet tegengekomen.

Kathmandu zien we nog terug. Op naar Chitwan en Pokhara.