Novosibirsk is een foeilelijke stad. De snelweg door de stad maakt het er niet beter op. Er was ons behoorlijk wat Sovjet architectuur beloofd, en dat kregen we. Te beginnen met het Lenin plein en de logge grijze gebouwen daarom heen. Maar ook het gedenkteken voor de revolutie; een muur met daarop een typisch USSR tafereel en een aantal borstbeelden met boos kijkende mensen. Iedereen kijkt hier trouwens boos. Behalve de mevrouw van de garderobe van de Zhili Bili.

Finbar vindt Novosibirsk wel wat weg hebben van Rotterdam: “Twee metrolijnen, een koopgoot en niet lullen maar poetsen.” Ik vind dat te veel eer voor het beton van de Siberische hoofdstad. Ja, er is een noord en zuid dat wordt gescheiden door een rivier (de Ob) en een paar pandjes aan de Vokzalnaya Magistral doen denken aan de Lijnbaan. En de wegen zijn aan de brede kant, dat zijn ze overal in Russische steden. Voor de parades en het marcheren.

Vanuit Novisibirsk is het zo’n 260 kilometer naar Tomsk. De stad die op het eerste gezicht hetzelfde lijkt, maar het niet is.

Vanaf het station liepen we even naar het hostel. Even werd twee uur en via een omweg via buitenwijken en de achterbuurten van Tomsk kwamen we eindelijk in het echte centrum van Tomsk.

Er zijn wel wat Sovjet invloeden (het onvermijdelijke Lenin plein), maar die hebben niet de overhand gekregen. Het historisch centrum is best mooi, met authentieke houten huisjes en oude panden.

De bus terug deed er bijna 5 uur over. De bus was prettig gedecoreerd (donkerrood sovjet-kitsch!) en vooral donker, maar lezen met een zaklamp kan best. De laatste dag in Novosibirsk wilden we naar een museum, die bleek dicht. Dan maar winkels kijken.

Verder is alles met dille en zure room (jeej, ze gebruiken kruid(en)).