Een hele blogpost over een reis van twee dagen en een dagje badplaats? Ja dat kan. De reis was niet alleen lang, maar ook mooi en waar kun je daarvan je beter bijkomen dan aan een strand?
Die reis begint in Urgüp, 5km van Mustafapaşa. De bus naar Ankara loopt langzaam vol. Voor Carolien gaat een chagrijnige dame zitten. Ze laat haar plastic tasje in de deuropening staan en wordt daarom boos op de jongen van de bus.
Waar we op de heenweg nog volop gebruik konden maken van WiFi in de bus is dat nu anders. Volgens de bus host is de WiFi “Finished”. En ja, na het kraken van het password (gewoon 1 t/m 8) blijkt er echt geen internet te zijn.
Ondertussen vindt de chagrijnige mevrouw de dag nog steeds niks aan en gaat demonstratief verzitten. Wel de hele tijd met de armen over elkaar.

Op Ankara centraal moeten we wachten voordat we in de Doğu Ekspresi kunnen. We lunchen bij de stationsrestauratie en wringen ons in allerlei lenige houdingen om iets van de WiFi van de hogesnelheidstrein mee te pikken. Ik probeer nog of we in Turkse trein VIP lounge kunnen, maar nadat ik via de achteringang illegaal naar binnen ben gepiept moet ik na een “No” en “Go, go now, ksssst” via de officiële ingang afdruipen. Met wat charmes en handen en voeten werk krijgen we van een andere VIP club wel WiFi. Je moet wat op zo’n station.

Na vertrek uit Ankara gaat de restauratiewagon open. Ik wil graag wat bestellen, maar volgens de barmeneer is het bier nog warm. We wachten wel.
De kok is ondertussen bezig met uien snijden en de barmeneer heeft z’n protégé aan het werk gezet. Die zit met een lang gezicht servetten te vouwen.

Het landschap waar we doorheen razen verandert continu en de volgende ochtend blijkt wel hoe mooi Turkije is.
Om het allemaal nog beter te zien gaan we in de restauratiewagon zitten en maken de voorraad Ayran op. Finished!

Van Erzurum zou je een bus of minibus kunnen pakken naar de grens met Georgië, bij Sarp net voorbij Hopa. Er rijdt echter niks van het treinstation en vanaf het busstation gaat de komende uren ook niets naar Hopa of Sarp. We nemen dan maar een bus naar Yusufeli, wat zo’n 2/3 van de gehele trip beslaat. Na een mooie busrit blijkt ook daar geen bus meer te rijden.
We onderhandelen en uiteindelijk gaan we met de taxi naar de grens.

De overgang is druk, maar ook lekker efficiënt. Güle Güle Turkiye, boembats Turkije uit, boembeng Georgië in.
Sarp heet hier Sarpi en we nemen een taxi naar Batumi. De chauffeur spreekt amper Engels en na wat gebel stapt halverwege zijn dochter in. Zij zit nog op de middelbare school en spreekt wat Engels. Maar voordat we meer vragen kunnen stellen moet ze eerst de diensten van papa aanbieden.
Of we morgen een taxi nodig hebben met gids? Nee. Willen we met de taxi naar Tbilisi? Nee.
Dan wil de chauffeur ons nog wel de mooie stad Batumi laten zien, dus met een zeer trage omweg (snel rijden deed-ie toch al niet) komen we eindelijk in het guesthouse. Er zit zo’n 38 uur reizen op en in onze riante familiekamer staat een schaal sinaasappelen, een karaf wijn en een karaf Georgische schnapps klaar. Finbar vraagt aan de nachtportier of we water uit de kraan kunnen drinken. Die pakt een glas, vult hem met kraanwater en giet het in één keer achterover. “Safe”, zegt hij.

Batumi moet dé Georgische badplaats aan de Zwarte Zee worden en daar is men druk mee bezig. Glimmende gebouwen, malls, hijskranen, hotels en casino’s zijn allemaal aan de boulevard te vinden. Niet alles is open. Nog niet af of bijna af.

’s Avonds zitten we in een restaurant met het menu voor ons ogen als er een Nederlandse dame ons aanspreekt, ze hoorde ons praten. Ze woont een paar jaar in Batumi met haar Georgische man; hun 5 kinderen wonen in Nederland. Ze hebben net een hotel geopend in Batumi en daarnaast heeft ze ook nog een kinderdagverblijf. Ze moet verder en wenst ons veel plezier.
Even later draait iemand van het groepje mannen voor ons zich om; hun vriend heeft heel lang in Nederland gewoond, die moeten we ontmoeten. En daar is hij; Aleks is Georgisch en heeft een Nederlandse vrouw waarmee hij nu in Batumi woont, daarvoor woonden ze heel lang in Zaandam, ze hebben 5 kinderen en ze hebben net een hotel geopend.
“Dan hebben we je vrouw net ontmoet!”, roepen we uit.
Prompt wordt Corrie gebeld en die komt terug naar het restaurant. Bier, kaas en chacha (die Georgische Schnapps) worden aangerukt.
Ze vertellen over hun (klein)kinderen, Batumi, Georgië, Zaandam, hun hotel, de man van Sandra Roelofs (zij noemen hem Sjakie), hun werk en hun balkon (wereldberoemd in Batumi; de dag erna komt er weer een tv-ploeg filmen). Mooie verhalen van heerlijke mensen. Ondertussen begroet Aleks veel mensen in het restaurant. Een Texaan schuift aan met z’n Oekraïense vriendin; die zijn hier een beetje verzeild geraakt en blijven hangen.
Corrie laat ons nog de Holland Hoek zien, met hotel -en hostelkamers. Ze hebben er een mooie, kleurrijke en ruime accommodatie van gemaakt, middenin het centrum van Batumi.

We kunnen weer verder. Ietwat brak van de chacha stappen we de trein naar Tbilisi in.

Treinreis door Turkije